NBS Standaard

Standaard van de Engelse Modena

Land van oorsprong: Italië, veredeld in Engeland.

Algemeen voorkomen

Middelgrote kipduif, zo kort en breed als naar verhouding mogelijk is. De lijn lopend van borst via buik naar kiel en staart halfcirkelvormig. Middelhoge stand: houding met sterk opwaarts gedragen staart.

Raskenmerken

Kop : Fors, in verhouding tot de lichaamsgrootte. Voorhoofd breed, goed gevuld, rond oplopend naar de ronde bovenkop en rond aflopen naar de hals.
Ogen : Oranje tot oranje-rood; bij bruinkleurige rondom de pupil lichter tot wit en daarbuiten roodachtig.
Oogranden : Smal en fijn, de kleur variërend van licht tot donker, conform de bevedering. Bij wit zijn rode oogranden toegestaan. 
Snavel : Krachtig, middellang, breed aangezet en iets neerwaarts gericht. Vleeskleurig bij wit; bij rood, goud en geel wordt een lichte snavel nagestreefd. De kleur bij de overige kleurslagen conform de bevedering.
Neusdoppen            : Klein en glad.
Hals : Kort, krachtig en gedrongen. Bij de borst breed, vol en naar de keel toe slechts weinig dunner worden. De nek iets teruggetrokken gedragen(stierennek). 
Borst en Voorbouw : Zeer breed en vol uitspringend, aan alle kanten gevuld, zeer diep en rond. 
Buik : Diep en goed gevuld, vanaf de voorbouw halfcirkelvormig tot in de kiel en staart verlopend.
Rug : Breed tussen de schouders, kort en hol oplopend. 
Vleugels : Kort en breed, vlak aanliggend en hoog gedragen, de rug goed afdekkend. De slagpennen breed en kort, iets korter dan de staart, op de staart rustend zonder te kruisen. 
Staart : Kort met brede veren, goed gesloten en opwaarts gedragen. 
Benen : Middellang; dij- en loopbenen vrijwel in elkaars verlengde; dijen goed uitkomend. Nagelkleur conform de kleur van de bevedering. 
Bevedering : De ‘”vulling”(donspartij achter de benen) rijk en vol ter bevordering van de ononderbroken booglijn van de onderbelijning. De overige bevedering glad en aanliggend. 

Kleurslagen

  • Wit, zwart, rood, bruin, dun, geel, goud, lavendel, andalusisch blauw;
  • blauw-, roodzilver-, bruinzilver-, blauwzilver-, geelzilver-, en kakizilver ongeband;
  • blauw zwartgeband, blauwzilver donkergeband, roodzilver-, geelzilver-, bruinzilver- en kakizilver geband;
  • blauw-, blauwzilver-, roodzilver- en geelzilver-, bruinzilver en kakizilver- gekras’;
  • blauw- en bruinzilver bronsgeband;
  • blauwzilver- en kakizilver sulfergeband;
  • blauw- en bruinzilver bronsgekrast;
  • blauwzilver- en kakizilver sulfergekrast;
  • donkerblauw- en bruinzilver bronsschild gezoomd;
  • blauwzilver- en kakizilver sulferschild gezoomd;
  • donkerblauw- en bruinzilver bronsschild;
  • blauwzilver- en kakizilver sulfurschild;
  • blauw- en blauwzilver witgeband;
  • zwart-, rood-, geel-, donkerblauw-, blauw- en blauwzilver witschild;
  • zwart bronsgeloverd;
  • blauwschimmel bronsgeband, blauwzilverschimmel sulfurgeband;
  • blauwschimmel bronsgekrast, blauwschimmel sulfurgekrast;
  • blauw-, blauwzilver-, roodzilver-, geelzilver-, bruinzilver- en kakizilverschimmel;
  • blauwbrons-, zwart-, rood-, bruin-, blauwzilver/sulfer- en geel-mottle;
  • blauwbrons-, zwart-, rood-, bruin-, blauwzilver/sulfur- en geel- lichtgetijgerd;
  • magnani (veelkleurig)

Kleur en tekening

Zie voor kleuren het hoofdstuk “Specificatie van de kleuren”in de NBS standaard. De kleuren intensief, respectievelijk zuiver.

Schietti: geheel gekleurd met één van bovenstaande kleurslagen.

Gazzi: Kop, vleugels, staart met boven- en onderstaartdek gekleurd, overige bevedering wit. De kopaftekening volgens een flauwe booglijn vanaf de achterkop naar de voorhals verlopend, ongeveer ter hoogte van de hals gedrukte snavelpunt.

Kleuren volgens bovenstaande kleurslagen met uitzondering van wit en mottle.

Witschild gezoomd kan ook licht geschubd c.q. geloverd zijn. Bij voorkeur regelmatige zoming en zuiver wit; de breedte van de zoom is minderbelangrijk.

Fouten

Onvoldoende volume; te lang; te smal; lange rug; onvoldoende borstdiepte of voorbouw; boorstnaad; duidelijk onderbroken cirkelvorm; te hoge of te lage stand; afwijkende beenstand, (te eng, te stijf, X- of O- benen); sidderhals; ballonvorming; niet aanliggende vleugels; foutieve vleugel- of staartdracht; ernstige afwijkingen in kleur en tekening. 

Beoordeling

Na het algemeen voorkomen zijn de volgende raskenmerken in onderstaande volgorde van betekenis:

  • Type en stand
  • Kop en nek
  • Ogen en oogranden
  • Kleur en tekening

Ringmaat

9 mm